Pon maakt van KPN glasvezel eenheidsworst

Pon werd enkele maanden geleden door KPN gepresenteerd als de nieuwe techniek die het glasvezelnetwerk van het telecombedrijf voor langere tijd toekomstzeker moet maken en houden. Maar is pon voor de consument een goede ontwikkeling? Het lijkt er vooral op dat KPN de voordelige vruchten van de door Nokia aan het telecombedrijf geleverde techniek plukt. De aanleg van glasvezelnetwerken wordt met pon niet alleen goedkoper in vergelijking met tot nu toe gebruikte point to point-technieken als ethernet over fiber en gigabit over fiber. Pon is daarnaast ook energiezuiniger. Dit is belangrijk voor KPN om de milieudoelstellingen te behalen. Maar het wellicht belangrijkste voordeel wordt door KPN – bewust of onbewust – onder de pet gehouden.
Concurrentie
Pon zorgt er namelijk ook voor dat de concurrentie deels buitenspel wordt gezet. Toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) houdt vast aan regulering van KPN-netwerken. En dus ook van het glasvezelnetwerk. Hierdoor moet KPN concurrenten toegang tot glasvezel geven om diensten als tv en internet aan te bieden. Bij glasvezelnetwerken die KPN tot nu toe heeft aangelegd, is het voor concurrenten mogelijk om eigen apparatuur in de wijkkasten te plaatsen. Hiermee kunnen van KPN onderscheidende diensten aangeboden worden. Zo kan het zenderaanbod van de tv-dienst afwijken, kunnen zenders in betere beeldkwaliteit aangeboden worden of kan een afwijkende – vaak snellere – internetsnelheid geleverd worden. Met pon is het plaatsen van eigen apparatuur niet meer mogelijk. Concurrenten als T-Mobile moeten dus als een netwerk van KPN op de pon-techniek is opgebouwd gelijke diensten als KPN gaan leveren. Natuurlijk kunnen concurrenten wel eigen platformen blijven gebruiken. Zo hoeft T-Mobile bijvoorbeeld niet het tv-platform en bijbehorende bruikleendecoder van KPN op een op pon gebaseerde glasvezelnetwerk te gebruiken. Een pon-glasvezelnetwerk wordt dus eigenlijk eenheidsworst. Het is dan ook niet wonderlijk dat T-Mobile de stap tot het aanleggen van eigen glasvezelnetwerken heeft gemaakt.
Internetsnelheid
KPN gebruikt de komende jaren de variant gpon. Hiermee kan KPN een snelheid van maximaal 1Gbps (1000Mbps) aan klanten gaan leveren. Het netwerk is daarna eenvoudig en relatief goedkoop naar xgs-pon opwaarderen. Hiermee kan KPN de internetsnelheid naar maximaal 10Gbps opvoeren. In principe zijn dit symmetrische internetsnelheid waarbij down- en uploadsnelheid gelijk zijn.
Goedkoper glasvezel
In praktijk valt een daadwerkelijk geleverde symmetrische internetsnelheid nog maar zeer de vraag. Pon is namelijk ook goedkoper voor KPN om een glasvezelnetwerk aan te leggen. Hierdoor kan KPN onder meer de doelstelling behalen om in de komende jaren een miljoen woningen op glasvezel aan te sluiten. Maar ook hierbij geldt dat ieder voordeel een nadeel heeft. Bij de tot nu toe gebruikte technieken werden enkele woning voorzien van een glasvezelader die direct naar de wijkkast liep. Met pon wordt deze glasvezelader gesplitst en over meerdere woningen verdeeld. Goedkoper in de aanleg dus. Maar in praktijk betekent dit een aderlating voor de consument omdat de daadwerkelijk geleverde internetsnelheid afhankelijk is van het gelijktijdig gebruik van klanten die op dezelfde glasvezelader zijn aangesloten. Een abonnement van 1Gbps internet kan dus in de drukkere avonduren leiden tot een daadwerkelijk geleverde internetsnelheid – waarvan down- en upload ook afwijkend kunnen zijn – van tientallen tot honderden Mbps lager.
KPN vs Ziggo
Met pon gaat KPN op dit gebied een soortgelijke vorm van het leveren van diensten gebruiken als het VodafoneZiggo-bedrijfsonderdeel Ziggo. Alleen gebruikt KPN voor de laatste afgesplitste verbinding naar de woning glasvezel en Ziggo coax. Door gebruik van pon wordt glasvezel van KPN dan ook meer vergelijkbaar met het nieuwe ‘netwerk van de toekomst’ gebaseerd op de techniek DOCSIS 3.1 van Ziggo. Het voordeel van KPN glasvezel blijft echter wel dat de consument een hogere uploadsnelheid heeft dan Ziggo via het kabelnetwerk kan leveren.