Ziggo, KPN en andere internetproviders krijgen steun in de rug: ‘internet in Nederland is helemaal niet te duur’

Natuurlijk is het maandelijks betalen van minimaal veertig euro voor toegang tot internet en lineaire televisie niet voor iedereen een makkelijke opgave. Wie nog sneller internet of meer tv-zenders wil gebruiken, kan bij dit bedrag nog tientallen euro's optellen. Wie daarnaast ook nog streamingdiensten aan het entertainmentaanbod wil toevoegen, ziet in sommige gevallen de maandelijkse afschrijvingen voor entertainment tot boven de 100 euro uitkomen. Al snel plekken consumenten het predicaat ‘te duur’ op hun internetabonnement.
Vergelijking
Daarbij wordt al snel een één op één vergelijking gemaakt met de abonnementsprijs van internet in andere landen. En ja, dan is internet in Nederland bepaald niet goedkoop. Maar een directe prijsvergelijking is niet een echt eerlijk. Zo verschilt bijvoorbeeld de hoogte van het (minimum)loon, de inflatie en andere financiële aspecten in Europese landen onderling. Bij lagere lonen zijn bijvoorbeeld de abonnementsprijzen van diensten zoals internet ook lager. Dit is bijvoorbeeld één van de redenen dat internet in Roemenië het goedkoopste in Europa is, met een prijs voor een 100 Mb/s abonnement van ver onder de tien euro per maand.
Betere vergelijking
Om de prijzen meer realistisch met elkaar te vergelijken wordt vaak een rekenmethode gebruikt die ook door de Europese Unie wordt ondersteund. Het gaat hierbij om de Purchasing Power Parity, afgekort tot PPP. Kort gezegd is dit een economische rekenmethode die landen beter met elkaar kan vergelijken op basis van onder meer koopkracht, aangevuld met eventuele wisselkoersen van valuta. Hierdoor is een beter prijsvergelijking mogelijk van goederen en diensten zoals internetabonnementen.
Onderzoek
Uit onderzoek van Telecompaper in opdracht van de Nederlandse overheid blijkt dat als een vergelijking op basis van PPP wordt gemaakt Nederland zeker niet de koploper is wat betreft de hoogste prijs voor internet in Europa. Telecompaper werd gevraagd dit onderzoek te maken om onderbouwing te geven over gestelde Kamervragen omtrent de mogelijke invoering van sociale internetabonnementen in Nederland. In het kort gesteld zijn dit goedkopere internetabonnementen voor mensen met een lager inkomen. Dit gezien het feit dat internet inmiddels een primaire levensbehoefte is geworden. Onder meer in België is een dergelijk sociaal internetabonnement voor minder dan 20 euro per maand bij alle internetproviders verkrijgbaar, waaronder Telenet en Proximus.
Middenmoot
Telecompaper onderzocht op basis van PPP de prijs in elf Europese landen aangevuld met de prijs van internet in de Verenigde Staten (New York). De onderzoeker ging hierbij uit van de zogenaamde ‘frontbook’ prijzen. Dit zijn de prijzen die providers op hun internetsites publiceren. Deze prijs wijkt af van de prijzen van bestaande ‘slapende’ klanten die door opstapeling van jaarlijkse prijsverhogingen in de meeste gevallen meer voor hun internetabonnement betalen. Uit deze vergelijking komt de onderstaande gemiddelde PPP prijs voor een internetabonnement met een minimale snelheid van 100 Mb/s naar voren. Bij het berekenen van de gemiddelde prijs zijn zowel internetabonnementen via kabel (coax), en glasvezel op basis van een tweejarig abonnement meegenomen.
- Roemenië € 9,00 (zonder PPP € 4,50)
- Verenigde Staten € 26,00 (zonder PPP € 52,00)
- Frankrijk € 27,10 (zonder PPP € 29,50)
- Italië € 28,10 (zonder PPP 27,60)
- Finland € 29,10 (zonder PPP € 36,00)
- Engeland € 29,90 (zonder PPP € 35,70)
- Nederland € 30,20 (zonder PPP € 36,50)
- Spanje € 30,70 (zonder PPP € 27,90)
- Ierland € 32,20 (zonder PPP € 45,50)
- Zweden € 32,80 (zonder PPP € 40,10)
- Duitsland € 34,90 (zonder PPP € 38,10)
- België € 36,30 (zonder PPP € 41,30)