Ziggo, KPN en andere providers willen sneller internet verkopen: marketing ingezet voor winstoptimalisatie

De snelheidsstrijd op de digitale snelheid is in Nederland vol gas gegaan. Maar hebben consumenten zo'n hoge internetsnelheid eigenlijk wel nodig? Het antwoord op deze vraag is – uitgesloten een promillage van de 8,5 miljoen huishoudens – glashard nee. Als het daadwerkelijke gebruik van internet binnen een gezin wordt opgeteld, kan een groot gezin zonder problemen gebruikmaken van een abonnement met een internetsnelheid van rond de 200 Mb/s. Een kleiner gezin heeft genoeg aan de helft van deze snelheid en een alleenwonende kan zelfs met 50 Mb/s goed uit de voeten. Uitzonderingen natuurlijk daargelaten. Wie bijvoorbeeld supersnel bestanden wil down- en uploaden – bijvoorbeeld bij thuiswerken – voelt zich comfortabeler als sneller internet aanwezig is. Maar zelfs met genoemde snelheden kan er thuis gewerkt worden: het verzenden en ontvangen van bestanden neemt alleen wat meer tijd in beslag.
Niet beter
Toch willen internetproviders als Ziggo, KPN, Odido en Delta het liefst een internetabonnement met meer snelheid verkopen. De marketingafdelingen van providers spelen in hun verkoopstrategie in op het onderbuikgevoel dat bij menig klant aanwezig is. Een grote groep consumenten denkt namelijk dat meer altijd beter is. In dit geval dus dat de internetaansluiting beter wordt als ze een abonnement met een hogere snelheid nemen. Dit is niet waar. Het netwerk blijft hetzelfde, of er nu een goedkoop (langzamer) of duurder (sneller) abonnement is afgesloten. De reactiesnelheid (latency) blijft gelijk. Eigenlijk blijft alles gelijk. Alleen stelt de internetprovider de ‘cruise control’ (snelheidsbegrenzer) bij ieder abonnement anders in.
Omzet
De verkoop van abonnementen met een hogere snelheid moet daarom meer worden gezien als een manier om de omzet te verhogen en de winst te maximaliseren. Een internetabonnement met een hogere snelheid is al snel 10 euro per maand duurder. In het geval van de multigig-abonnementen tot 8 Gb/s zelfs een veelvoud hiervan. Voor de internetprovider is het bij de verkoop van een hoger abonnement een kwestie van het wijzigen van de instelling van de snelheidsbegrenzer. Daarnaast is het dataverbruik hoger waardoor kosten van het serverpark – waarvan stroomkosten de belangrijkste factor is – omhoog. Maar deze extra kosten zijn slechts een klein deel van de extra inkomsten die voortvloeien uit de verkoop van abonnementen met een hogere snelheid.
Prijsverhoging
De kosten voor een internetprovider zijn bij een snelheidsverhoging van 50 of 100 Mb/s nauwelijks hoger, maar met een hogere snelheid wordt wel een positiever sentiment rond een prijsverhoging gecreëerd. Vaak is een snelheidsverhoging helemaal niet noodzakelijk, gelet op het dagelijkse gebruik van de betreffende consument. In dit kader kan ook de discussie rond glasvezel en kabel (Ziggo) worden bezien. De internetsnelheid die Ziggo via de kabel kan leveren is ruim voldoende om de dagelijkse behoefte van meer dan 95 procent van de consumenten te dekken. Wellicht dat de achterblijvende uploadsnelheid voor een probleem zorgt bij een grotere groep consumenten. Het is alleen de vraag of Ziggo voor internet via een ouder netwerk – de kabels zijn soms al meer dan 40 jaar in gebruik – een abonnementsprijs kan vragen die vrijwel gelijk is of zelfs hoger dan bij aanbieders op de nieuwere glasvezelnetwerken.