Commerciële interesse laag: Lokaal DAB+ gedoemd te mislukken

Toezichthouder en vergunningverlener Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) heeft bekendgemaakt welke kleine commerciële omroepen er een vergunning hebben gekregen voor het uitzenden via DAB+ laag 6 vanaf 1 september. Eerder waren al vergunningen uitgereikt aan publieke lokale omroepen die als eerste konden inschrijven voor bandbreedte die gebruikt wordt via de 57 lokale allotments (uitzendrasters) waarin Nederland is opgedeeld. De nog beschikbare vrije bandbreedte na vergunningverlening aan publieke lokale omroepen kwam beschikbaar voor ander gebruik, zoals commerciële lokale radiozenders. Als er binnen een bepaald allotment meer aanvragen zouden zijn dan de beschikbare bandbreedte, dan zou een veiling van vergunningen plaatsvinden.
Animo
Van een veiling blijkt in geen enkel allotment sprake te zijn. Alleen in en rondom grotere steden is het aantal zendgemachtigden op een allotment meer dan gemiddeld groot. Maar ook in deze druk bevolkte en dus voor commerciële zender meer interessante gebieden is nog voldoende bandbreedte op allotments over. Allotments in en om Den Haag zijn het meest geliefd bij niet-publieke lokale omroepen. Maar landelijk gezien is het animo van commerciële partijen voor lokale DAB+ uitzendingen uiterst laag. Veel commerciële radiozenders die nu en in de afgelopen jaren via een experimentele vergunning via DAB+ in de ether te horen waren, blijken nog geen nieuwe vergunning te hebben aangevraagd. Dit komt onder meer door de (financiële) eisen aan de nieuwe vergunning.
Subsidie
Door de tegenvallende interesse van commerciële partijen komt ook de levensvatbaarheid van lokaal DAB+ in de verdere toekomst in de knel. Lokale omroepen worden in eerste instantie via een eenmalige subsidie letterlijk in de lucht geholpen via DAB+. Met deze subsidie kan onder meer het benodigde zenderpark worden opgetuigd. Binnen een allotment moeten publieke en commerciële lokale zenders echter samenwerken. Onderdeel van deze samenwerking is de verdeling van de kosten voor bijvoorbeeld zenderexploitatie, energie en toezichtkosten. In allotments waarbij soms slechts minder dan vijf omroepen gaan uitzenden, zorgt dit ervoor dat de gedeelde kosten per zender in de toekomst fors kunnen oplopen. Als commerciële partijen hierdoor afhaken, komt er nog meer financiële druk op publieke lokale omroepen. Juist deze publieke lokale omroepen worden op dit moment zonder de financiële lastendruk van DAB+ al met extra subsidies van lokale overheden op de been gehouden. Het is zeer de vraag of lokale overheden weer extra gaan bijspringen om DAB+ uitzendingen in de toekomst doorgang te laten vinden.