[UPDATE 2] Commissariaat voor de Media wijst handhavingsverzoeken Ziggo-programmaraden af

De eerste uitspraken in de handhavingsverzoeken die vrijwel de meeste programmaraden in het Ziggo verzorgingsgebied bij het Commissariaat voor de Media (CvdM) heeft aangespannen zijn voor programmaraden negatief.

Ziggo week in de meeste gevallen af van de het programma-advies dat programmaraden aan het kabelbedrijf had voorgelegd. Daaronder bevonden zich ook tv-zenders die door programmaraden in het bindend adviesgedeelte aan Ziggo werden geadviseerd. Alleen op grond zwaarwegende reden mag Ziggo het bindend advies van programmaraden naast zich neerleggen. Het bindend advies geldt voor de eerste 15 tv-kanalen van het programma-advies. Bij deze 15 tv-zenders horen ook de 7 zogenaamde must-carry tv-zenders die door kabelbedrijven verplicht moet worden doorgegeven. Dit zijn de drie landelijke publieke tv-kanalen, de twee publieke Vlaamse tv-kanalen en de lokale en regionale tv-zender.

Nadat Ziggo het programma-advies van vrijwel alle programmaraden in haar verzorgingsgebied naast zich neer had gelegd besloten deze programmaraden het oordeel van het CvdM in het – soms zeer hoog oplopend – geschil met Ziggo te vragen. Het CvdM heeft vandaag de eerste besluiten bekend gemaakt en kiest daarbij de kant van Ziggo. Het verzoek tot handhaving die de programma-adviesraden – zoals programmaraden officieel worden genoemd – Friesland, Delft, Amstelveen en Limburg hebben ingediend zijn door het CvdM afgewezen. De grootste ophef is dat kijkers het niet eens zijn met het reduceren van het aantal televisiezenders dat te ontvangen is via het analoge pakket van Ziggo. Het CvdM stelt dat men niet gaat over of een kabelaar het aantal zenders in haar pakket schrapt. "Wij behandelen alleen de handhavingsverzoeken van de programmaraden jegens een kabelaar” stelt het CvdM in een reactie aan Totaal TV.

Jim Holterhues van het CvdM over het afwijzen van de handhavingsverzoeken: "Bij de onderbouwing van het besluit heeft het CvdM zich laten leiden door een uitspraak van de Rechtbank Groningen van 28 februari 2011 en een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 12 mei 2010 over de criteria waar een programmaraad aan moet voldoen. Deze twee uitspraken waren bij de behandeling van het handhavingsverzoek van de eerste vier programmaraden leidend.”

 De Rechtbank Groningen heeft onder andere uitgesproken dat het geadviseerd programma-aanbod van de eerste 15 tv-zenders pluriform moet zijn en dient te bestaan uit het programma-aanbod van zowel publieke als commerciële omroepen. De eerste 15 tv-zenders uit het programma-advies zijn bindend en alleen bij zwaarwegende redenen kan een kabelbedrijf hiervan afwijken. Dit bindend gedeelte bestaat uit de 7 must-carry tv-kanalen – de drie Nederlandse publieke omroepen, de twee Vlaamse publieke omroepen en de regionale- en lokale omroep – en 8 aanvullende kanalen die programmaraden onder voorwaarden zelf mogen bepalen. Uit het besluit van het CvdM blijkt dat onder de noemer commerciële omroep de best bekeken commerciële tv-zenders vallen. Hoewel het CvdM verder niks zegt over welke commerciële omroepen dat dan moeten zijn kan wel gesteld worden dat het hier gaat om zenders van RTL Nederland en SBS Nederland. Er loopt op dit moment overigens nog een procedure bij de Raad van State tegen het besluit van de Rechtbank Groningen. Verwacht wordt dat deze zaak op korte termijn bij de Raad van State dient.

Het lijkt er dus op dat het zogenaamd strategisch adviseren in de handhavingsverzoeken van de eerste vier programmaraden een belangrijke negatieve rol voor de programmaraden in het besluit van het CvdM heeft gespeeld. De vier programmaraden hebben zes weken de tijd om tegen het oordeel van het Commissariaat voor de Media beroep aan te tekenen.

Update 1 05-11-2011 10.32 uur: Informatie over bezwaarprocedure uitspraak Rechtbank Groningen bij Raad van State toegevoegd.

Update 2 05-11-2011 13.00 uur: Onderbouwing en reactie Commissariaat voor de Media aan artikel toegevoegd.