Veel glasvezel ongebruikt en toch is KPN groter dan Ziggo, hoe kan dit?

Glasvezel is volgens de Telecommonitor van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) met 8,25 miljoen aansluitingen het dominante vaste netwerk in Nederland. Het HFC kabelnetwerk – door het kabelbedrijf glasvezel-kabel genoemd – is met rond 7,5 miljoen aansluitingen onttroond als grootste vaste net-infrastructuur. VodafoneZiggo – waarvan Ziggo onderdeel is – blijft wel het bedrijf dat het meeste aantal woningen met het netwerk kan bedienen. De glasvezelkabels in Nederlandse bodem zijn namelijk eigendom van verschillende exploitanten. De combinatie KPN/Glaspoort is de grootste. Daarna volgen Delta Fiber, Open Dutch Fiber en een rits van kleinere meer lokale exploitanten, waarvan Glasdraad de meeste aansluitingen heeft.
Ongebruikt
Uit de Telecommonitor-cijfers van de ACM blijkt dat glasvezel dan wel het dominante vaste netwerk is geworden, maar het aantal actieve aansluitingen een fractie lager ligt dan bij het Ziggo kabelnetwerk. Ziggo bereikt met het eigen netwerk ongeveer 800.000 adressen minder, maar verkoopt wel op 400.000 adressen meer abonnementen. De vraag rijst dan ook of glasvezel echt door Nederlanders wordt omarmd. Op het eerste oog lijken de cijfers dat tegen te spreken, maar de realiteit is wat genuanceerder. Glasvezel mag dan wel beschikbaar zijn op meer adressen dan kabel, niet alle 8,28 miljoen potentiële aansluitingen hebben toegang tot het glasvezelnetwerk.
Aansluiten
In veel straten ligt de glasvezel wel in de grond, maar de daadwerkelijke aansluitingen in de meterkast van de woning zijn nog niet gerealiseerd. Dit heeft meerdere redenen. De twee belangrijkste zijn een tekort aan arbeidskrachten en hoogbouw. Het is niet voor niets dat KPN als grootste glasvezelexploitant onlangs bij de publicatie van de jaarcijfers bekendmaakte de focus te verleggen van aanleggen naar aansluiten. Dit betekent dat de komende periode minder nieuwe netwerken worden aangelegd, maar het aantal woningen in gebieden waar al glasvezel ligt en waar nog geen fysieke aansluiting in de meterkast is in rap tempo zal dalen. Dit zal ervoor zorgen dat het aantal actief gebruikte aansluitingen omhoog gaat, en daarmee de bezettingsgraad.
Hoogbouw
Het realiseren van fysieke aansluitingen in woningen in flat- en appartementsgebouwen heeft hierbij de nodige aandacht. Het is arbeidsintensief om deze aansluitingen aan te leggen. Ook speelt de toestemming van bezitters van dit soort onroerend goed - zoals woningbouwverenigingen en vastgoedbedrijven of Vereniging van Eigenaren - een belangrijke rol. Bij het realiseren van toegang tot het aangelegde glasvezelnetwerk door het realiseren van een toegangspunt in de meterkast hebben glasvezelexploitanten zich veelal in eerste instantie gericht op het plukken van ‘het laaghangende fruit’. Nu is de tijd aangebroken om wat hoger te springen en hoogbouw op de glasvezelnetwerken aan te sluiten.
Concurrentie
De prestatie van KPN om Ziggo als best verkopende internetprovider van de troon te stoten is in dit oogpunt dan ook opvallend. Het benadrukt nog meer moeilijke positie waarin Ziggo verkeert. Nu de komende maanden en jaren het aantal woningen dat toegang tot glasvezel heeft fors zal stijgen, moet het kabelbedrijf een manier vinden om het imago van coax enigszins op te poetsen. Coax voldoet zeker om aan de klantbehoefte: het internet is voldoende snel voor wellicht meer dan 90 procent van de gebruikers. Met DVB-C heeft Ziggo in combinatie met de sterke Horizon EOS firmware in bruikleendecoders een ijzersterk tv-platform in handen. Maar Ziggo kan minder goed concurreren op prijs. Het nieuwere glasvezel is vaak goedkoper voor consumenten, maar vooral voor de exploitanten. Het energieverbruik van coax ligt tientallen procenten hoger. Dit zorgt voor hogere kosten voor Ziggo. Hierdoor kan het alleen op prijs concurreren met glasvezelproviders als KPN, Odido en Delta als op de winstmarge wordt beknibbeld. De vraag is of de aandeelhouders Liberty Global en Vodafone Group hiertoe bereid zijn.