Ziggo moet klanten eigen keuze internetmodem geven
Toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft de Conceptbeleidsregel Netwerkaansluitpunt openbaar gemaakt. In dit document geeft ACM telecomaanbieders en consumenten duidelijkheid over welk deel van het netwerk eigendom is van de telecomaanbieder. Hieruit vloeit automatisch het deel van het netwerk waarbij de consument de eigen en vrije keuze krijgt welke apparatuur men wil gebruiken. Uit de Beleidsregel blijkt dat de telecomaanbieder eigendom is van het netwerk tot het einde van de kabel die de woning van de consument binnengaat. Vanaf dat punt is binnen de woning de consument vrij om zelf te bepalen welke apparatuur wordt gebruikt.
Consultatie
Belanghebbenden kunnen vanaf nu reageren op de door ACM gepubliceerde Beleidsregel. Maar duidelijk is nu al dat de hoofdlijnen van de Beleidsregel vaststaan. De Europese telecomtoezichthouder BEREC heeft bijvoorbeeld al eerder de vrije keuze van internetmodem vastgesteld. De verwachting is dat in 2021 de Beleidsregel operationeel wordt. Feitelijk betekent dit dat bij alle internetaanbieders klanten de keuze krijgen om een door de aanbieder in bruikleen geleverde internetmodem of een zelf gekozen en gekochte internetmodem te gebruiken. KPN biedt klanten sinds enige maanden al vrije modemkeuze. De grootste internetaanbieder Ziggo verplicht klanten op dit moment de door het kabelbedrijf geleverde internetmodem te gebruiken. Daar komt dus bij invoering van de Beleidsregel verandering in.
Bruikleendecoder
Onduidelijk is nog of eigen keuze van tv-decoder door consumenten een feit wordt. Ziggo biedt op dit moment klanten de mogelijkheid om een eigen televisie of tv-decoder te gebruiken. Het kabelbedrijf biedt klanten namelijk de mogelijkheid om een smartcard en/of CI+ module te gebruiken. KPN en alle andere aanbieders die Interactieve TV via koperdraad en glasvezel leveren, verplichten klanten de door hen geleverde bruikleendecoder te gebruiken. Duidelijk is wel dat bij een vrije keuze van tv-decoder niet alle door tv-aanbieders geleverde diensten op eigen apparatuur beschikbaar zullen zijn. Het gaat hierbij vooral om interactieve diensten en video on demand.